[o.l.v.-mantel; dauwkruid - lady's mantle (EN)]
Deze meerjarige en winterharde plant breidt zich uit met kruipende wortelstokken. Vrouwenmantel is vaak te vinden langs oevers en langs de rand van de weg. De bladeren hebben een waterafstotende laag. ’s Morgens vind je hierin dauwdruppels. Staat best in de zon of halfschaduw, vochtige en humusrijke grond is ideaal.
De jonge, bittere en enigszins droog smakende blaadjes kunnen klaargemaakt worden als een soort spinazie. Er kan soep van gemaakt worden en ze kunnen verwerkt worden in groentestoofschotels. Ook rauw versnipperd en door salades gemengd, worden ze gegeten. Het gedroogde blad maakt vaak deel uit van theemengsels.
Vrouwenmantel is urineafdrijvend, wondgenezend, bloedzuiverend en menstruatieregulerend. Thee van de blaadjes helpt bij vrouwenkwaaltjes en overgangsklachten.
SOORTEN:
SPITSLOBBIGE VROUWENMANTEL (A. vulgaris)
Inheemse vrouwenmantel met frisgroene bladeren en geelgroene bloem. Blijft laag bij de grond.
FRAAIE VROUWENMANTEL (A. mollis)
Vrouwenmantelsoort uit de Karpaten met grote grijsgroene bladeren. Wordt tot 30 centimeter hoog. Vaak geplant voor de sier.
Planten in pot (P9) zijn het ganse jaar leverbaar, zolang de voorraad strekt.