Afdrukken

Sleutelbloem 150[echte sleutelbloem, wilde sleutelbloem – Cowslip (EN)]

Sint-Petrus had, als bewaker van de hemelpoorten, een prachtige sleutelbos met gouden sleutels. Op een kwade dag echter, toen hij even in slaap dommelde, gleed deze sleutelbos hem uit de handen en viel op de aarde neer. Petrus liet onmiddellijk de sleutelbos terughalen maar op de plaats waar hij was neergekomen, groeide een opvallende plant met een stralende tros goudgele bloemen. Deze plant kreeg sindsdien de naam 'sleutelbloem' of in de Duitse taal 'Himmelschlüssel'.

Zoals je ziet, wordt aan de sleutelbloem, net zoals aan vele andere voorjaarsbloemen, een bijzondere kracht toegekend. Zo willen we je ook deze bijzonderheid niet onthouden: In Engeland werd de sleutelbloem in verband gebracht met de vruchtbaarheid van kippen en ganzen. Zou de dooiergele kleur van de bloemen daar iets mee te maken hebben? Men moest minstens 13 sleutelbloemen plukken en binnenshuis brengen, anders zouden de vogels slecht leggen, zo geloofde men in Norfolk. In Dorset vreesde men zelfs dat alleen al het kijken naar vroege sleutelbloemen er toe zou leiden dat broedende kippen weinig kuikens zouden krijgen.

Gelukkig zijn, naast de verhalen over dit plantje, ook zijn culinaire en medicinale toepassingen interessant. De verse bloemen zijn bijvoorbeeld eetbaar en kunnen makkelijk rauw toegevoegd worden aan gerechten als garnering. De bloemen hebben een anijsachtige en lichtzoete smaak en zijn dus ook uitstekend te gebruiken in salades, cake, jam, als thee of om te versuikeren. Een typisch gerecht uit de Kempen en de Veluwe is het toevoegen van de bloemen aan pannenkoeken. Vandaar dat sleutelbloemen ook regelmatig de naam (pannen)koekenbloem of bakbloem kregen. Ook met de bladeren van de plant kan je aan de slag in de keuken. Ze zijn immers zowel gekookt als rauw te eten.

sleutelbloemKortom een plantje dat niet in de tuin mag ontbreken en makkelijk te telen is. De plant is onder andere doorlevend en wintervast, inheems en tamelijk droogte- en schaduwtolerant. Van nature komt de gulden sleutelbloem nog eerder beperkt voor in allerlei kleine landschapselementen zoals dijken, wegbermen en langs treinsporen. Maar ook in humeuze (duin-) graslanden kan je hem terugvinden. De planten verkiezen een vrij kalkrijke, matig droge, maar niet sterk uitdrogende bodem en een standplaats in volle zon of half schaduw. De bladrozetten blijven best laag en groeien niet breed uit. Zodra de eerste lentezon de winter breekt, komen de iets hogere (ca. 20cm) bloemstengels tevoorschijn (maart – mei).

Deze lentebloeier is uiteraard een belangrijke voedselbron voor allerlei vroeg vliegende insecten. Denk bijvoorbeeld aan hommels en zandbijen. Maar ook gewoon een sierlijke aanwinst voor de tuin. Hij komt mooi tot zijn recht in bloemenweides, als ondergroei bij kleinfruit, in een sierborder of gewoon in een bloembak op de vensterbank.

 

Planten in pot (P9) zijn het ganse jaar leverbaar, zolang de voorraad strekt.

€2.00
Niet op voorraad