[Indisch bloemriet; achira; canna – achira (EN)]
Een voor de landbouw uitgeselecteerde canna, waarvan de wilde vorm afkomstig is uit de subtropische kusten en valleien van Zuid-Amerika. Inmiddels is de canna over de hele wereld verspreid en zijn er verschillende selecties in de markt.
Zowel selecties die geteeld worden voor de sierwaarde als voor de landbouw worden in alle delen van de wereld verbouwd. Zoals de naam doet vermoeden werd de incapijlwortel reeds geteeld door de Inca’s. Maar archeologische vondsten uit 3500 v.Chr. tonen aan dat zelfs in de prehistorie de incapijlwortel al een bron van voedsel was.
De incapijlwortel is een subtropische en dus niet wintervaste doorlevende plant. Met zijn grote, groen-paars gekleurde bladeren en mooie oranjerode bloemen, een pracht in elke tuin. De plant staat best op een windluwe plaats, zodat de bladeren niet breken of scheuren door harde wind. Ook verlangt een canna een grote portie water, maar wel op een goed drainerende grond. Zoals veel subtropische planten gedijt hij het best op een warme, beschutte en zonnige plek. Canna's worden gemakkelijk 2 m hoog, bedenk dus op voorhand wel even waar je hem wil planten.
Vermits de incapijlwortel echt niet tegen vorst kan, kan je hem pas buiten uitplanten na de IJsheiligen (half mei). Het worden grote planten die ook in de breedte gaan aangroeien. Een plantafstand van ongeveer 1 meter is echt aan te raden. Tijdens de zomermaanden kan je af en toe enkele bladeren oogsten. Serveer hierop je hapjes of gerechten om je zomerbarbecues leuk op te fleuren. Ook kunnen de bladeren gebruikt worden om in te stomen of te grillen, ze geven een aangenaam subtiele citrusgeur aan je gerecht. Ook jonge scheuten kunnen geoogst worden en gekookt of gestoofd gegeten worden.
De oogst van de knollen, eigenlijk de rhizomen, gebeurd in oktober. Deze zijn rijk aan zeer grote zetmeelkorrels (met het blote oog zichtbaar!) en kunnen gebruikt worden als alternatief voor aardappels. De jonge rhizomen kunnen gekookt gegeten worden maar zijn zeer vezelig. Door ze lang te koken of te bakken worden ze malser en krijgen ze een iets zoetere smaak. Traditioneel wordt van de rhizomen een meel gemaakt waarmee taart, koek, noedels en brood gebakken wordt. Hiervoor worden de knollen geraspt tot pulp, gewassen en gezeefd. De rhizomen kunnen op een vorstvrije plaats bewaard worden, eventueel afgedekt met een laagje zand tegen het uitdrogen.
Losse knollen zijn leverbaar van november tot april en kunnen verzonden worden. Planten in pot zijn leverbaar van mei tot oktober.